kubus-06 Queen Anne (1702-14) en de vrijmetselarij een reconstructie van het ontstaan van de Premier Grand Lodge in Londen in 1717 R.B. Snip Het zicht op de gebeurtenissen rond het ontstaan van de Grootloge-1717 is al van oudsher vertroebeld door een aantal onaantastbaar lijkende mythen: • Op 24 juni 1717 werd in Londen een nieuwe maçonnieke organisatie opgericht met Anthony Sayer als eerste grootmeester. • Voorafgaand daaraan bestond al een vorm van speculatieve vrijmetselarij waar in tenminste twee graden gewerkt werd. • De beide constitutieboeken van Anderson uit 1723 en 1738 vormen een onbetrouwbare bron over de gebeurtenissen rond 1717. Aan de hand van onverdachte profane bronnen uit die tijd is door de auteur een gedetailleerde analyse gemaakt van deze periode. Daaruit komen verrassende conclusies naar voren, die haaks staan op gangbare opvattingen en de betrouwbaarheid van Anderson lijken te bevestigen. Uit het geheel blijkt dat Engeland in 1710-15 een tumulteuze ontwikkeling doormaakte, waarin geloofsfanatisme hoogtij voerde en het land op de rand van een religieuze burgeroorlog balanceerde. In die context - van dit nooit weer - kwam volgens de auteur in 1717 een al bestaande organisatie bijeen om een nieuwe start te maken en een nieuwe voorzitter te kiezen.
kubus-06 Queen Anne (1702-14) en de vrijmetselarij een reconstructie van het ontstaan van de Premier Grand Lodge in Londen in 1717 R.B. Snip Het zicht op de gebeurtenissen rond het ontstaan van de Grootloge-1717 is al van oudsher vertroebeld door een aantal onaantastbaar lijkende mythen: • Op 24 juni 1717 werd in Londen een nieuwe maçonnieke organisatie opgericht met Anthony Sayer als eerste grootmeester. • Voorafgaand daaraan bestond al een vorm van speculatieve vrijmetselarij waar in tenminste twee graden gewerkt werd. • De beide constitutieboeken van Anderson uit 1723 en 1738 vormen een onbetrouwbare bron over de gebeurtenissen rond 1717. Aan de hand van onverdachte profane bronnen uit die tijd is door de auteur een gedetailleerde analyse gemaakt van deze periode. Daaruit komen verrassende conclusies naar voren, die haaks staan op gangbare opvattingen en de betrouwbaarheid van Anderson lijken te bevestigen. Uit het geheel blijkt dat Engeland in 1710-15 een tumulteuze ontwikkeling doormaakte, waarin geloofsfanatisme hoogtij voerde en het land op de rand van een religieuze burgeroorlog balanceerde. In die context - van dit nooit weer - kwam volgens de auteur in 1717 een al bestaande organisatie bijeen om een nieuwe start te maken en een nieuwe voorzitter te kiezen.